Anticardiolipine as IgG

Aanvraag

Synoniemen: Plasma (EDTA/Citraat/Heparine)
Aanvraag code LIS: Cardiolipine.IgG_RNS

Staal

Patiëntvoorbereiding: Geen voorbereiding vereist
Voorkeurstaaltype: Serum
Alternatief Staaltype: UNICAP 250 - FEIA (Fluorescentiemeting tov. calibratoren)
Minimum volume: 500 µl
Stabiliteit:
Transportcondities:
Bewaring: 21 dagen bij 2-8°C
Afname instructies: Klik hier voor afname instructies

Analyse

Uitvoerend Labo: AZ Glorieux
Toestel: UNICAP 250 - FEIA (Fluorescentiemeting tov. calibratoren)
Uitvoeringsfrequentie: 1x/week
Antwoordtijd (dagen): <14
Urgentie:
Terugbetaling via RIZIV: Ja
Accreditatie: Nee
EKE deelname: Nee
Retam:
Verantwoordelijke: Braeckvelt Thierry

Referentiewaarden van de test

Leeftijd Mannen Vrouwen
<10.0 GPLU/ml <10.0 GPLU/ml

Extra informatie

Restricties: - Terug betaling i.f.f. diagnoseregel 106: in geval van aanwezigheid klinische criteria antifosfolipidensyndroom (vasculaire trombose en/of miskraam) of systemische lupus erythematodes
- De test voor de detectie van anticardiolipine antistoffen is terugbetaald door het RIZIV volgens de regel "maximum één test per bloedname". Daarom kan maar één isotype (ofwel IgG ofwel IgM) gevraagd worden per bloedname.
De detectie van anticardiolipine antistoffen van het IgM isotype brengt weinig informatie in vergelijking met de detectie van anticardiolipine IgG antistoffen. De link tussen de aanwezigheid van anticardiolipine IgM en trombose is heel vaag.
De bepaling van anticardiolipine IgM moet dus beperkt blijven tot patiënten met ongewoon fenotype, bij voorbeeld jonge patiënten met onverklaarbare trombose, en alleen als de detectie van de anticardiolipine IgG negatief was.

Overheidsinformatie

RIZIV nomenclatuur:

Laatst gewijzigd

Justine Platteau
2025-03-03